BG
ES
CS
DA
DE
ET
EL
EN
FR
HR
IT
LV
LT
HU
MT
NL
PL
PT
RO
SK
SL
FI
SVInfo
- Referral date: 21-12-2009
- Show case reference
- Opinion date: 16-12-2010
- Ruling date: 10-03-2011
- AG: Jääskinen
References in this case
- C-16/93 - Tolsma/Inspecteur der Omzetbelasting
- C-172/96 - First National Bank of Chicago
- C-2/95 - SDC/Skatteministeriet
- C-235/00 - CSC Financial Services
- C-270/09 - MacDonald Resorts
- C-349/96 - CPP
- C-363/05 - JP Morgan Fleming Claverhouse Investment Trust en The Association of Investment Trust Companies
- C-455/05 - Velvet AND Steel Immobilien
References to this case
- C-16/93 - Tolsma/Inspecteur der Omzetbelasting
- C-172/96 - First National Bank of Chicago
- C-2/95 - SDC/Skatteministeriet
- C-235/00 - CSC Financial Services
- C-270/09 - MacDonald Resorts
- C-349/96 - CPP
- C-363/05 - JP Morgan Fleming Claverhouse Investment Trust en The Association of Investment Trust Companies
- C-455/05 - Velvet AND Steel Immobilien
- C-250/11 - Lietuvos geležinkeliai
- C-250/21 - O. Fundusz Inwestycyjny Zamknięty reprezentowany przez O
- C-259/11 - DTZ Zadelhoff
- C-264/14 - Hedqvist
- C-350/10 - Nordea Pankki Suomi
- C-395/11 - BLV Wohn- und Gewerbebau
- C-444/10 - Schriever
- C-461/12 - Granton Advertising
- C-5/17 - DPAS
- C-607/14 - Bookit
Highlight in text
Go|
27.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 51/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Regeringsrätten (Zweden) op 21 december 2009 — Skandinaviska Enskilda Banken AB Momsgrupp/Skatteverket
(Zaak C-540/09)
2010/C 51/40
Procestaal: Zweeds
Verwijzende rechter
Regeringsrätten
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Skandinaviska Enskilda Banken AB Momsgrupp
Verwerende partij: Skatteverket
Prejudiciële vraag
Moet artikel 13, B, van de Zesde btw-richtlijn (artikel 135, lid 1, van richtlijn [2006/112/EG] van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1)) aldus worden uitgelegd dat de daarin genoemde belastingvrijstellingen ook diensten (underwriting) omvatten die inhouden dat een kredietmaatschappij tegen vergoeding een garantie verleent aan een vennootschap die op het punt staat aandelen uit te geven, wanneer de garantie inhoudt dat de kredietmaatschappij zich ertoe verbindt de aandelen te verwerven waarop tijdens de intekenperiode eventueel niet wordt ingetekend?
(1) Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad (PB L 145, blz. 1).