Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

2.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 103/11


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 23 december 2010 — Jaroslaw Wawrzyniak/Agentur für Arbeit Mönchengladbach — Familienkasse

(Zaak C-612/10)

2011/C 103/20

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof (Duitsland)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Jaroslaw Wawrzyniak

Verwerende partij: Agentur für Arbeit Mönchengladbach — Familienkasse

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 14, lid 1, sub a, van verordening nr. 1408/71 (1) aldus worden uitgelegd dat de overeenkomstig deze bepaling niet bevoegde lidstaat waar een werknemer wordt gedetacheerd en die ook niet de woonstaat van de kinderen van de werknemer is, hoe dan ook de bevoegdheid verliest om de gedetacheerde werknemers gezinsbijslagen toe te kennen, wanneer de werknemer door zijn detachering naar deze lidstaat geen juridisch nadeel ondervindt?

2)

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord:

Moet artikel 14, lid 1, sub a, van verordening nr. 1408/71 aldus worden uitgelegd dat de niet bevoegde lidstaat waar een werknemer wordt gedetacheerd hoe dan ook uitsluitend bevoegd is om gezinsbijslagen toe te kennen wanneer vaststaat dat in de andere lidstaat geen recht op vergelijkbare gezinsbijslagen bestaat?

3)

Indien ook deze vraag ontkennend wordt beantwoord:

Staan dan gemeenschapsrechtelijke of unierechtelijke bepalingen in de weg aan een nationale bepaling als § 65, lid 1, eerste volzin, punt 2 juncto § 65, lid 2, van het Einkommensteuergesetz, welke bepaling een recht op gezinsbijslagen uitsluit wanneer vergelijkbare bijslagen in het buitenland moeten worden betaald of zouden moeten worden betaald indien deze worden aangevraagd?

4)

Voor het geval dat deze vraag bevestigend wordt beantwoord:

Hoe moet de dan ontstane cumulatie van het recht in de bevoegde staat, die tegelijkertijd de woonstaat van de kinderen is, met het recht in de niet bevoegde staat, die ook niet de woonstaat van de kinderen is, worden opgelost?


(1)  Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2).