Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

27.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 252/19


Beroep ingesteld op 14 juni 2011 — Europese Commissie/Franse Republiek

(Zaak C-296/11)

2011/C 252/36

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: C. Soulay en L. Lozano Palacios, gemachtigden)

Verwerende partij: Franse Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Franse Republiek, door de bijzondere regeling voor reisbureaus toe te passen op verrichtingen voor anderen dan de reiziger (in het bijzonder voor andere reisbureaus), de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 306 tot en met 310 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1);

de Franse Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van haar beroep voert de Commissie één middel aan, ontleend aan onjuiste toepassing van de bijzondere regeling voor reisbureaus op verrichtingen voor anderen dan de reiziger. Zij stelt in dit verband dat die regeling alleen van toepassing is wanneer de reisdienst is verkocht aan de reiziger. Zij is daarentegen niet van toepassing op diensten die door reisbureaus voor andere reisbureaus of voor reisorganisatoren (touroperators) worden verricht. Gelet op de bewoordingen van de code général des impôts (algemeen belastingwetboek), waarin het woord „client” (klant) in plaats van het woord „voyageur” (reiziger) wordt gebruikt, volgt verweerster een benadering op basis van de „klant” en geeft zij een extensieve toepassing aan de bijzondere regeling voor reisbureaus.

De Commissie wijst voorts de door de Franse autoriteiten verdedigde stelling van de hand dat de met de bijzondere regeling nagestreefde doelen, te weten de administratieve formaliteiten vereenvoudigen en ervoor zorgen dat de btw-inkomsten ten deel vallen aan de lidstaat waar de uiteindelijke consumptie van elke individuele dienst plaatsvindt, met de Franse wettelijke regeling beter zouden kunnen worden verwezenlijkt.


(1)  PB L 347, blz. 1.