26.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 347/13 |
Beroep ingesteld op 16 september 2011 — Europese Commissie tegen Koninkrijk der Nederlanden
(Zaak C-473/11)
2011/C 347/19
Procestaal: Nederlands
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Lozano Palacios en W. Roels, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden
Conclusies
De Commissie verzoekt het Hof:
— |
vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, door de toepassing van een bijzondere btw-regeling voor reisbureaus zoals vastgesteld in resolutie nr. B71/2260 van maart 1971, de krachtens de artikelen 43, 96, 98 en 306 tot en met 310 van de btw-richtlijn (1) op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
— |
het Koninkrijk der Nederlanden in de kosten te verwijzen. |
Middelen en voornaamste argumenten
De Commissie is van mening dat Nederland de bijzondere btw-regeling voor reisbureaus niet ten uitvoer heeft gelegd. Dit volgt uit het Besluit van 22 maart 1971, nr. B71/2260, zoals laatstelijk gewijzigd, dat duidelijk in strijd is met de in de artikelen 306 tot en met 310 van de btw-richtlijn vastgestelde bijzondere regeling voor reisbureaus.
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).