13.10.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 311/5 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom (Verenigd Koninkrijk) op 30 juli 2012 — Test Claimants in the Franked Investment Income Group Litigation/Commissioners of Inland Revenue, Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs
(Zaak C-362/12)
2012/C 311/05
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
Supreme Court of the United Kingdom
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Test Claimants in the Franked Investment Income Group Litigation
Verwerende partijen: Commissioners of Inland Revenue, Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs
Prejudiciële vragen
1) |
Wanneer een belastingbetaler naar het recht van een lidstaat kan kiezen tussen twee alternatieve rechtsgronden voor een vordering tot terugbetaling van in strijd met de artikelen 49 en 63 VWEU geheven belastingen en voor een van die rechtsgronden een langere verjaringstermijn geldt, is het dan verenigbaar met het doeltreffendheidbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel dat die lidstaat een wettelijke regeling uitvaardigt waarbij die langere verjaringstermijn, zonder voorafgaande kennisgeving en met terugwerkende kracht tot op de datum van de openbare bekendmaking van het wetsvoorstel, wordt verkort? |
2) |
Maakt het voor het antwoord op vraag 1 enig verschil dat op het tijdstip waarop de belastingbetaler zijn vordering heeft ingesteld op basis van de rechtsgrond waarvoor een langere verjaringstermijn gold, die rechtsgrond naar nationaal recht pas (i) korte tijd voordien en (ii) door een lagere rechterlijke instantie was erkend en pas later door de hoogste rechterlijke instantie definitief is aanvaard? |