15.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 171/22 |
Beroep ingesteld op 18 april 2013 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Raad van de Europese Unie
(Zaak C-209/13)
2013/C 171/44
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: E. Jenkinson, S. Behzadi-Spencer, gemachtigden, M. Hoskins, QC, P. Baker, QC, V. Wakefield, Barrister)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
nietigverklaring van besluit 2013/52/EU (1) van de Raad van 22 januari 2013 houdende machtiging om een nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van belasting op financiële transacties, en |
— |
verwijzing van de Raad in verzoekers kosten in deze procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Eerste middel: besluit 2013/52/EU van de Raad is in strijd met artikel 327 VWEU, doordat het de vaststelling toestaat van een belasting op financiële transacties (FTT) met extraterritoriale werking die de bevoegdheden, rechten en verplichtingen van niet-deelnemende staten niet eerbiedigt.
Tweede middel: besluit 2013/52/EU van de Raad is onwettig, doordat het de vaststelling toestaat van een FTT met extraterritoriale werking die geen rechtvaardiging vindt in internationaal gewoonterecht.
Derde middel: besluit 2013/52/EU van de Raad is in strijd met artikel 332 VWEU, doordat het een versterkte samenwerking toestaat inzake een FTT waarvan de tenuitvoerlegging onvermijdelijk kosten zal veroorzaken voor niet-deelnemende staten.
(1) PB L 22, blz. 11.