Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

15.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/23


Beroep ingesteld op 19 april 2013 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-211/13)

2013/C 171/45

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: W. Mölls en W. Roels, gemachtigden)

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland

Conclusies

vaststellen dat de Bondsrepubliek Duitsland, door bepalingen vast te stellen en te handhaven op grond waarvan bij heffing van de erf- en schenkbelasting over een in Duitsland gelegen onroerend goed slechts een lage belastingvrije som wordt toegekend wanneer de schenker of erflater en de verkrijger op de datum van het openvallen van de erfenis of de schenking in een andere lidstaat woonden, terwijl een aanzienlijk hogere belastingvrije som wordt verleend wanneer ten minste één van beide betrokkenen op die datum in Duitsland woonde, de krachtens artikel 63 VWEU op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.

de Bondsrepubliek Duitsland verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster stelt dat de fiscale last op erfenissen en schenkingen in het Duitse recht wordt verlicht door betrekkelijk hoge belastingvrije sommen, in het bijzonder in het geval van erfenissen en schenkingen tussen echtgenoten, tussen ouders en kinderen en tussen bepaalde verwanten. Volgens verzoekster worden deze hoge belastingvrije sommen echter alleen toegepast wanneer Duitsland een onbeperkte heffingsbevoegdheid uitoefent, terwijl slechts een lage forfaitaire belastingvrije som geldt wanneer verweerster een beperkte heffingsbevoegdheid heeft. Volgens de door het Hof in het arrest Mattner  (1) geformuleerde criteria is deze regeling niet verenigbaar met artikel 63 VWEU.


(1)  Arrest van 22 april 2010, Mattner, C-510/08, Jurispr. blz. I-3553.