Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

15.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 78/2


Beroep ingesteld op 4 december 2013 — Europese Commissie/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

(Zaak C-640/13)

2014/C 78/04

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal, W. Roels, gemachtigden)

Verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Conclusies

vaststellen dat het Verenigd Koninkrijk, door retroactief het recht van belastingplichtigen op terugbetaling van in strijd met het Unierecht geheven belastingen te beperken, de krachtens artikel 4, lid 3, VEU op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland verwijzen in de kosten.

Nationale regeling

Section 107 van de Finance Act 2007 ontneemt belastingbetalers retroactief het recht op terugbetaling van onrechtmatig geheven belastingen.

Voornaamste argument

Wanneer het Unierecht ter zake niet in een regeling voorziet, is het een aangelegenheid van het nationale recht van elke lidstaat om de procedurele voorwaarden te bepalen met betrekking tot vorderingen waarbij burgers aanspraak maken op aan het Unierecht ontleende rechten. Procedurele autonomie is echter onderhevig aan de eerbiediging van het effectiviteitsbeginsel en het gelijkwaardigheidsbeginsel en van andere algemene rechtsbeginselen, zoals rechtszekerheid en de bescherming van het gewettigd vertrouwen. Section 107 van de Finance Act 2007 eerbiedigt deze beginselen niet en is dus onverenigbaar met artikel 4, lid 3, VEU.