12.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 142/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) op 10 februari 2014 — X, andere partij: Directeur van het onderdeel Belastingregio Belastingdienst/X van de rijksbelastingdienst
(Zaak C-72/14)
2014/C 142/21
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: X
Andere partij: Directeur van het onderdeel Belastingregio Belastingdienst/X van de rijksbelastingdienst
Prejudiciële vragen
1) |
In het arrest Fitzwilliam (1) heeft het Hof van Justitie beslist, dat een E101-verklaring, afgegeven door het bevoegde orgaan van een lidstaat, de socialezekerheidsorganen van andere lidstaten bindt, ook indien deze verklaring inhoudelijk onjuist mocht zijn. Geldt deze beslissing ook voor gevallen als het onderhavige, waarin de toewijzingsregels van de verordening (2) niet van toepassing zijn? |
2) |
Is voor de beantwoording van deze vraag van belang dat het bevoegde orgaan niet beoogde een E101-verklaring af te geven, doch om administratieve redenen bewust en weloverwogen documenten heeft gebruikt die zich naar vorm en inhoud als E101-verklaringen presenteerden, terwijl de belanghebbende meende en ook redelijkerwijs kon menen een dergelijke verklaring te hebben ontvangen? |
(1) Arrest van 10 februari 2000, FTS (C-202/97, Jurispr. blz. I-883).
(2) Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2).