Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

2.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 73/15


Beroep ingesteld op 19 december 2014 — Europese Commissie/Koninkrijk België

(Zaak C-589/14)

(2015/C 073/21)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-F. Brakeland en W. Roels, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk België

Conclusies

vaststellen dat het Koninkrijk België, door bepalingen te handhaven volgens welke

een beleggingsmaatschappij die is gevestigd in een andere lidstaat van de Unie of in een EER-staat is onderworpen aan roerende voorheffing op rente op niet in effecten belichaamde vorderingen, terwijl een in België gevestigde beleggingsmaatschappij is vrijgesteld van die voorheffing, en

rente op in Belgische effecten belichaamde vorderingen is onderworpen aan roerende voorheffing wanneer de effecten in bewaring zijn gegeven of zijn ingeschreven op een rekening bij een financiële instelling die is gevestigd in een andere lidstaat van de Unie of in een EER-staat, terwijl die rente is vrijgesteld van roerende voorheffing wanneer de effecten in bewaring zijn gegeven of zijn ingeschreven op een rekening bij een in België gevestigde financiële instelling,

de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens de artikelen 56 en 63 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 36 en 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

het Koninkrijk België verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie is van mening dat verschillende bepalingen van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 eventuele vrijstellingen van roerende voorheffing op de rente afhankelijk stellen van voorwaarden die niet verenigbaar zijn met de door de Verdragen, te weten de artikelen 56 en 63 VWEU, gewaarborgde fundamentele vrijheden.

In de eerste plaats is een beleggingsmaatschappij die is gevestigd in een andere lidstaat van de Unie of in een EER-staat, onderworpen aan roerende voorheffing op rente op niet in effecten belichaamde vorderingen, terwijl een in België gevestigde beleggingsmaatschappij is vrijgesteld van die voorheffing.

In de tweede plaats is rente op in Belgische effecten belichaamde vorderingen onderworpen aan roerende voorheffing wanneer de effecten in bewaring zijn gegeven of zijn ingeschreven op een rekening bij een financiële instelling die is gevestigd in een andere lidstaat van de Unie of in een EER-staat, terwijl die rente is vrijgesteld van roerende voorheffing wanneer de effecten in bewaring zijn gegeven of zijn ingeschreven op een rekening bij een in België gevestigde financiële instelling.