3.11.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 363/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 24 augustus 2015 — Strafzaak tegen A, B
(Zaak C-453/15)
(2015/C 363/30)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesgerichtshof
Partijen in de strafzaak
A, B
Prejudiciële vraag
Dient artikel 56, lid 1, onder a), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) aldus te worden uitgelegd dat het emissierecht als bedoeld in artikel 3, onder a), van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (2), om gedurende een bepaalde periode één ton kooldioxide-equivalent uit te stoten, dient te worden aangemerkt als een „soortgelijk recht” in de zin van deze bepaling?
(1) PB L 347, blz. 1.
(2) PB L 275, blz. 32.