7.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 90/4 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 17 november 2015 — Minister Finansów/Aviva Towarzystwo Ubezpieczeń na Życie S.A. w Warszawie
(Zaak C-605/15)
(2016/C 090/06)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Minister Finansów
Verwerende partij: Aviva Towarzystwo Ubezpieczeń na Życie S.A. w Warszawie
Prejudiciële vragen
1) |
Is een nationale bepaling over de vrijstelling van de btw van een zelfstandige groepering van personen waarin geen voorwaarden worden gesteld of procedures worden voorgeschreven voor de vervulling van het vereiste van verstoring van de mededinging, in overeenstemming met artikel 132, lid 1, onder f), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) in samenhang met artikel 131 van deze richtlijn, en met het doeltreffendheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel? |
2) |
Welke criteria moeten worden aangelegd bij de beoordeling of is voldaan aan het vereiste van verstoring van de mededinging in artikel 132, lid 1, onder f), van richtlijn 2006/112? |
3) |
Is voor de beantwoording van de tweede vraag van belang dat de diensten worden verricht door een zelfstandige groepering van personen aan leden die onder de rechtsmacht van verschillende lidstaten vallen? |
(1) PB L 347, blz. 1.