11.2.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 54/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation (Frankrijk) op 7 december 2018 — Caisse d’assurance retraite et de la santé au travail d’Alsace-Moselle / SJ, Ministre chargé de la Sécurité sociale
(Zaak C-769/18)
(2019/C 54/17)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour de cassation
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Caisse d’assurance retraite et de la santé au travail d’Alsace-Moselle
Verwerende partijen: SJ, Ministre chargé de la Sécurité sociale
Prejudiciële vragen
1) |
Valt de bijstand ter verlichting van de kosten van een handicap als bedoeld in § 35a, boek VIII, van het Sozialgesetzbuch (Duits sociaal wetboek) binnen de materiële werkingssfeer van verordening nr. 883/2004 (1)? |
2) |
Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, zijn de opvoedingsuitkering voor kinderen met een handicap, de aanvulling daarop, of bij gebreke daarvan de uitkering ter compensatie van de handicap enerzijds, en de hulp bij de integratie van kinderen en adolescenten met een handicap als bedoeld in § 35a, boek VIII, van het Sozialgesetzbuch (Duits sociaal wetboek) anderzijds, gelijkgestelde prestaties in de zin van artikel 5, onder a), van verordening nr. 883/2004, gelet op de doelstelling van artikel L. 351-4-1 van de code de la sécurité sociale (Frans wetboek van sociale zekerheid) om de kosten die inherent zijn aan de opvoeding van een kind met een handicap in aanmerking te nemen bij de bepaling van de verzekeringsduur die recht geeft op de uitkering van een ouderdomspensioen? |
(1) Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166, blz. 1).