4.7.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/26 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie (België) op 5 april 2022 — Belgische Staat en Promo 54 / Promo 54 en Belgische Staat
(Zaak C-239/22)
(2022/C 257/33)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Hof van Cassatie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Belgische Staat, Promo 54
Verwerende partijen: Promo 54, Belgische Staat
Prejudiciële vraag
Moeten de artikelen 12, leden 1 en 2, en 135, lid 1, punt j), van richtlijn 2006/112/EG (1) aldus worden uitgelegd dat — wanneer de lidstaat heeft nagelaten de voorwaarden te bepalen voor de toepassing van het criterium van de eerste ingebruikneming op de verbouwing van gebouwen — de levering, na verbouwing, van een gebouw waarvan een eerste ingebruikneming in de zin van artikel 12, lid 1, punt a), of artikel 12, lid 2, derde alinea, van de richtlijn heeft plaatsgevonden vóór de verbouwing, vrijgesteld blijft van de belasting over de toegevoegde waarde?
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).