Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

8.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 64/27


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door The Special Commissioners, Londen (Verenigd Koninkrijk) op 24 december 2007 — HSBC Holdings plc, Vidacos Nominees Ltd/The Commissioners of Her Majesty's Revenue & Customs

(Zaak C-569/07)

(2008/C 64/38)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

The Special Commissioners, Londen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: HSBC Holdings plc, Vidacos Nominees Ltd

Verwerende partij: The Commissioners of Her Majesty's Revenue & Customs

Prejudiciële vragen

Verbieden artikel 10 of artikel 11 van richtlijn 69/335 van de Raad (1) van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985 (2) (PB L 156, blz. 23), dan wel de artikelen 43 EG, 49 EG of 56 EG of enige andere bepaling van gemeenschapsrecht het heffen door een lidstaat (hierna: „eerste lidstaat”) van een recht van 1,5 % over de overdracht of uitgifte van aandelen in een clearingdienst wanneer:

i)

een in de eerste lidstaat gevestigde vennootschap (hierna: „vennootschap A”) een bod doet voor de overname van de beursgenoteerde en verhandelbare aandelen in een vennootschap (hierna: „vennootschap B”) die is gevestigd in een andere lidstaat (hierna: „tweede lidstaat”) in ruil voor aandelen in vennootschap A, uit te geven aan de beurs in de tweede lidstaat;

ii)

aandeelhouders in vennootschap B de keuze hebben om de nieuwe aandelen in vennootschap A te ontvangen hetzij:

a)

in gecertificeerde vorm; hetzij

b)

in ongecertificeerde vorm via een afwikkelingssysteem in de eerste lidstaat; hetzij

c)

in ongecertificeerde vorm via een clearingdienst in de tweede lidstaat;

iii)

de wetgeving van de eerste lidstaat kort gezegd bepaalt dat:

a)

wanneer aandelen worden uitgegeven in gecertificeerde vorm (of in ongecertificeerde vorm in het afwikkelingssysteem voor gedematerialiseerde aandelen van de eerste lidstaat) het recht niet wordt geheven over de uitgifte van de aandelen, maar over elke volgende verkoop van de aandelen, en wel tegen het tarief van 0,5 % van de vergoeding voor de overdracht; maar

b)

bij de overdracht of uitgifte van ongecertificeerde aandelen aan de verrichter van een clearingdienst het recht wordt geheven (bij uitgifte van de aandelen) tegen het tarief van 1,5 % van de uitgifteprijs of (bij overdracht van de aandelen tegen vergoeding) tegen het tarief van 1,5 % van het bedrag of de waarde van de vergoeding of (in elk ander geval) tegen het tarief van 1,5 % van de waarde van de aandelen, en daarna geen recht meer wordt geheven over de verkoop van de aandelen (of van rechten op of met betrekking tot de aandelen) binnen de clearingdienst;

c)

de verrichter van een clearingdienst na goedkeuring van de betrokken belastingautoriteit ervoor kan kiezen dat geen recht wordt geheven bij de overdracht of uitgifte van de aandelen aan zijn clearingdienst, maar dat het recht in plaats daarvan wordt geheven over elke verkoop van de aandelen binnen de clearingdienst, tegen het tarief van 0,5 % van de vergoeding. De betrokken belastingautoriteit kan als voorwaarde voor de goedkeuring van deze keuze eisen (en doet dit momenteel ook), dat de exploitant van het clearingsysteem die deze keuze wil maken, maatregelen (ten genoegen van de belastingautoriteit) treft en handhaaft voor de inning van het recht binnen de clearingdienst en voor de naleving of het waarborgen van de naleving van de daarmee verband houdende regelgeving;

iv)

de aan de effectenbeurs van de tweede lidstaat geldende regelingen eisen dat alle in dat rechtsgebied uitgegeven aandelen in ongecertificeerde vorm worden gehouden via één enkele in de tweede lidstaat gevestigde clearingdienst waarvan de exploitant niet de bovengenoemde keuze heeft gemaakt?


(1)  Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (PB L 249, blz. 25).

(2)  PB L 156, blz. 23.