Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

30.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/24


Verzoek om een prejudiciële beslissing van het Finanzgericht Köln (Duitsland) van 9 juni 2008 — Gaz de France — Berliner Investissement SA/Bundeszentralamt für Steuern

(Zaak C-247/08)

(2008/C 223/37)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Köln

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Gaz de France — Berliner Investissement SA

Verwerende partij: Bundeszentralamt für Steuern

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 2, sub a, in samenhang met de bijlage, sub f, bij richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (1) (PB L 225, blz. 6), aldus worden uitgelegd dat ook een Franse vennootschap met de rechtsvorm van een „société par actions simplifiée” reeds voor 2005 kon worden aangemerkt als „vennootschap van een lidstaat” in de zin van deze richtlijn, zodat zij voor een winstuitkering van haar Duitse dochtermaatschappij in 1999 krachtens artikel 5, lid 1, van richtlijn 90/435/EEG moet worden vrijgesteld van bronbelasting?

2)

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord:

is artikel 2, sub a, in samenhang met de bijlage, sub f, bij richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (PB L 225, blz. 6), in zoverre in strijd met de artikelen 43 EG en 48 EG dan wel de artikelen 56, lid 1, EG en 58, leden 1, sub a, en 3, EG dat het in samenhang met artikel 5, lid 1, van richtlijn 90/435/EEG weliswaar voor een Franse moedermaatschappij met de rechtsvorm van een société anonyme, société en commandite par actions of société à responsabilité limitée, doch niet voor een Franse moedermaatschappij met de rechtsvorm van een société par actions simplifiée bij winstuitkeringen van een Duitse dochtermaatschappij een vrijstelling van bronbelasting voorschrijft?


(1)  PB L 225, blz. 6.