26.9.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 233/11 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk) op 4 augustus 2009 — Ministre du budget, des comptes publics et de la fonction publique/Société Accor
(Zaak C-310/09)
2009/C 233/20
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil d’État
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Ministre du budget, des comptes publics et de la fonction publique
Verwerende partij: Société Accor
Prejudiciële vragen
1. |
|
2. |
Indien de vragen I, 1o cf 2o, bevestigend worden beantwoord en de artikelen 56 en 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen het boven beschreven heffingsstelsel en de overheid derhalve in beginsel gehouden is tot restitutie van de bedragen die zij op basis van dit stelsel heeft ontvangen voor zover dit in strijd met het gemeenschapsrecht is gebeurd, belet het gemeenschapsrecht dan, in een stelsel waarin een heffing op zich niet door de belastingplichtige wordt afgewenteld op een derde:
|
3. |
Staan de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid, gelet op het antwoord op de vragen I en II, eraan in de weg dat voor de restitutie van de bedragen waarmee kan worden gewaarborgd dat een en hetzelfde belastingstelsel wordt toegepast op dividenduitkeringen door de moedervennootschap, of dit dividend nu afkomstig is van haar dochterondernemingen die in Frankrijk zijn gevestigd dan wel in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, de voorwaarde geldt dat de belastingplichtige, in voorkomend geval onder voorbehoud van bepalingen van het bilaterale verdrag inzake de uitwisseling van informatie tussen Frankrijk en de lidstaat waar de dochteronderneming is gevestigd, voor elk dividend in het geding de gegevens overlegt die hij als enige in bezit heeft met betrekking tot het daadwerkelijk toegepaste belastingtarief en de belasting die daadwerkelijk is betaald over de winst die zijn in een andere lidstaat van de Europese gemeenschap dan Frankrijk gevestigde dochterondernemingen hebben behaald, terwijl deze bewijzen, bekend bij de overheid, niet zijn vereist voor in Frankrijk gevestigde dochterondernemingen? |