Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

24.1.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 19/16


Beroep ingesteld op 11 november 2008 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk Spanje

(Zaak C-487/08)

(2009/C 19/29)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: R. Lyal en I. Martinez del Peral Cagigal, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk Spanje

Conclusies

vaststellen dat het Koninkrijk Spanje, door de ongelijke behandeling van dividenden die worden uitgekeerd aan buitenlandse aandeelhouders en dividenden die worden uitgekeerd aan binnenlandse aandeelhouders, de krachtens artikel 56 EG en artikel 40 EER-Overeenkomst op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

Koninkrijk Spanje verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Overeenkomstig de Spaanse wettelijke regeling kunnen vennootschappen die een aanzienlijke deelneming in het kapitaal van een dochteronderneming bezitten, het van deze dochteronderneming ontvangen brutodividend volledig aftrekken van hun belastbare inkomsten. Om voor deze regeling in aanmerking te komen, moeten de in Spanje gevestigde moedermaatschappijen gedurende een ononderbroken termijn van ten minste één jaar een deelneming van 5 % of méér in het kapitaal van de ingezeten dochteronderneming hebben gehad. De dividenden die voldoen aan de voorwaarden van deze regeling zijn vrijgesteld van bronbelasting.

Niet in Spanje gevestigde moedermaatschappijen moeten een deelneming van 20 % bezitten om voor de vrijstelling in aanmerking te komen. Met ingang van 1 januari 2007 is deze drempel verlaagd tot een deelneming van 15 %; op 1 januari 2009 wordt hij verder verlaagd tot een deelneming van 10 %. Anders dan in Spanje gevestigde moedermaatschappijen, moeten moedermaatschappijen die zijn gevestigd in een andere lidstaat van de EG of in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en die een deelneming in het kapitaal van 5 % of méér maar lager dan de genoemde drempels bezitten, dus belasting betalen over de door hun dochteronderneming uitgekeerde dividenden.

De Commissie is van mening dat de ongelijke behandeling waarin de Spaanse wettelijke regeling voorziet, op grond waarvan niet-ingezeten moedermaatschappijen een grotere deelneming in het kapitaal moeten bezitten dan ingezeten moedermaatschappijen om te worden vrijgesteld van de belasting op dividenden die door op het Spaanse grondgebied gevestigde dochterondernemingen worden uitgekeerd, discriminerend is en een inbreuk vormt op artikel 56 EG en artikel 40 EER-Overeenkomst. Volgens de Commissie wordt deze extra belastingdruk op moedermaatschappijen met zetel in een andere EG-lidstaat of in een EER-lidstaat door niets gerechtvaardigd.