Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

12.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 220/28


Beroep ingesteld op 15 juli 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Koninkrijk Spanje

(Zaak C-269/09)

2009/C 220/54

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: R. Lyal en F. Jimeno Fernández, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk Spanje

Conclusies

vaststellen dat het Koninkrijk Spanje de krachtens de artikelen 18 EG, 39 EG en 43 EG, en de artikelen 28 en 31 EER-Overeenkomst op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen door met artikel 14 van Ley 35/2006, de 28 de noviembre, del Impuesto sobre la Renta de las Personas Físicas y de modificación parcial de las leyes de los Impuestos sobre Sociedades, sobre la Renta de no residentes y sobre el Patrimonio [wet nr. 35/2006 van 28 november 2006 betreffende de inkomstenbelasting van natuurlijke personen en tot gedeeltelijke wijziging van de wetten betreffende de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-ingezetenen en de vermogensbelasting], een bepaling te hebben ingevoerd en gehandhaafd op grond waarvan alle niet-toegerekende inkomsten van belastingplichtigen die hun woonplaats naar het buitenland verleggen, moeten worden opgenomen in de belastinggrondslag van het laatste belastingjaar waarin zij als ingezeten belastingplichtigen werden beschouwd;

het Koninkrijk Spanje verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Ingevolge artikel 14 van de Spaanse wet betreffende de inkomstenbelasting van natuurlijke personen en tot gedeeltelijke wijziging van de wetten betreffende de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-ingezetenen en de vermogensbelasting, worden inkomsten belast in het kalenderjaar waarin zij worden verkregen. Lid 2 van dat artikel bevat evenwel bijzondere regels op grond waarvan een aantal types inkomsten aan verschillende belastingtijdvakken kunnen worden toegerekend, en lid 3 daarvan bepaalt dat wanneer de belastingplichtige zijn woonplaats naar het buitenland verlegt, alle inkomsten waarvoor toerekening nog niet heeft plaatsgevonden, worden opgenomen in de belastinggrondslag van het laatste belastingjaar waarin de betrokken belastingplichtige als ingezetene werd beschouwd.

2.

De Commissie is van mening dat de Spaanse wettelijke regeling een discriminerende behandeling toestaat in de gevallen dat een natuurlijke persoon zijn woonplaats buiten Spanje vestigt. Eenzelfde regeling zou moeten gelden, ongeacht of een natuurlijke persoon zijn woonplaats al dan niet op Spaans grondgebied behoudt.

3.

Genoemde wettelijke regeling is in strijd met het in de artikelen 18 EG, 39 EG en 43 EG, en de artikelen 28 en 31 EER-Overeenkomst neergelegde beginsel van vrij verkeer van personen.