Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

4.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 328/11


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof Amsterdam (Nederland) op 26 juli 2010 — National Grid Indus BV tegen Inspecteur van de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam

(Zaak C-371/10)

()

2010/C 328/19

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Gerechtshof Amsterdam

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: National Grid Indus BV

Verweerder: Inspecteur van de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam

Prejudiciële vragen

1)

Kan, indien een lidstaat aan een naar het recht van die lidstaat opgerichte vennootschap die vanuit die lidstaat haar feitelijke zetel verplaatst naar een andere lidstaat, ter zake van deze zetelverplaatsing een fiscale eindafrekeningsheffing oplegt, deze vennootschap zich, naar de huidige stand van het gemeenschapsrecht, tegenover die lidstaat beroepen op artikel 43 EG (thans artikel 49 VWEU)?

2)

Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord: is een eindafrekeningsheffing als de onderhavige, die de meerwaarden in de vanuit de lidstaat van vertrek naar de lidstaat van aankomst verplaatste vermogensbestanddelen van de vennootschap, zoals deze ten tijde van haar zetelverplaatsing aanwezig worden bevonden, zonder uitstel en zonder de mogelijkheid latere waardeverliezen in aanmerking te nemen, in de heffing betrekt, in strijd met artikel 43 EG (thans artikel 49 VWEU), in die zin dat een dergelijke eindafrekeningsheffing niet kan worden gerechtvaardigd door de noodzaak tot verdeling van heffingsbevoegdheden tussen de lidstaten?

3)

Is het antwoord op de vorige vraag mede afhankelijk van de omstandigheid dat de onderhavige eindafrekeningsheffing betrekking heeft op een onder de Nederlandse belastingjurisdictie aangegroeide (valuta)winst, terwijl deze winst in het land van aankomst onder het aldaar geldende belastingregime niet tot uitdrukking kan komen?